Terugblikken 2 La transfiguration dans le cirque

 

 

Terugblikken 2

Qua tijd doe ik even een stapje terug. Het is 1978. Voor mijn eindexamen aan de kunstacademie ontwerp ik o.a. décor en kostuum voor ‘La transfiguration dans le cirque’ van Michel de Ghelderode. Een franstalige Vlaming die dit stuk schreef in 1923 en dat (vermeldt zijn website) in Nederland gespeeld in 1959 werd door Het Rotterdams Toneel.

Ik heb me in dat examenjaar voor mijn scriptie beziggehouden met een onderzoek naar het kostuum van de clown en dit stuk wordt me aangeraden door mijn vader, die het stuk indertijd bij Het Rotterdams Toneel regisseerde. Ik was het vergeten en  begrijp nu weer  ik waarom ik in zijn nalatenschap de handgeschreven vertaling vond van Jan Damshuizer met door hem aangebrachte aanpassingen. Het stuk verhaalt over een zestal clowns die, aangevoerd door de witte Monsieur Clown, het werken op afroep zat zijn, de directeur van het circus willen afzetten en de revolutie beginnen. Tussen hen dartelt Luna, de mooie paardrijdster, op wie ze allemaal indruk willen maken. De directeur wordt symbolisch gedood en terwijl de clowns discussiëren over wie van hen er dan de baas zal worden, brengt Luna alle clowns het hoofd op hol, door ze te beloven hun geliefde te zijn als ze de macht bezitten. Uiteindelijk wint de directeur, die niet echt dood is en weet wat het is de macht te bezitten. Dus er verandert niets.

De clowns zijn in absurdistische, dialogen verwikkeld en in feite is het hele verhaal één lange clownsact met moord en doodslag die niet werkelijk plaatsvinden. Het circus als afspiegeling van de maatschappij.

Voor mij was het een aantrekkelijk gegeven,  omdat ik me in verband met de scriptie niet alleen verdiept had in hun kostuums, maar ook  in de opvoeringspraktijken van clownsacts.  Alles speelde zich af in een circuspiste, met zes palen rondom waarop als het ware het tentdoek rustte. Ik ontwierp de verschillende clownspakken, toegerust op hun specifieke acts en aan het slot liet ik ze (een klassiek clownsgegeven) allemaal ten hemel stijgen alsof ze gestorven waren. Hiervoor ontwierp ik gigantische vliegers, waarop de clowns herkenbaar waren als platgeslagen vliegen. Het was de bedoeling dat tenslotte de clowns hun eigen vlieger optrokken langs de palen.

De definitieve tekeningen zijn gekleurd met dekkende plakkaatverf, een  moeilijke techniek en tijdrovend. Iets waarvoor je in de toneelpraktijk bijna nooit tijd hebt.

De voorschetsen zijn directer en het is de kunst om die directheid in de uiteindelijke tekening te bewaren of om er een andere kwaliteit aan mee te geven.